Naast de expositie over de omgekomen zeelieden in de G61 bunker is er nu ook een blijvende expositie over de Terschellinger dwangarbeiders in de G35 bunker. Beide exposities zijn beslist de moeite waard om te bezoeken en in dit herdenkingsjaar maakt het ons nog steeds bewust van de verschrikkelijke periode in de geschiedenis die ook niet aan Terschelling voorbij gegaan is.
Weekblad de Terschellinger (www.deterschelinger.nl) heeft hieraan uitgebreid aandacht besteed en heeft ons onderstaand verslag en foto’s over de opening van de G35 doen toekomen. Waarvoor onze hartelijke dank.
Bron: Weekblad de Terschellinger – 13 augustus 2020
Vorige week dinsdag 4 augustus werd om 14.00 uur een indrukwekkende expositie geopend bij het Bunkermuseum op West-Terschelling in de speciaal hiervoor uitgegraven bunker G35. Het onderwerp van de expositie luidt: ‘De Terschellinger dwangarbeiders die in de Tweede Wereldoorlog te werk zijn gesteld in Duitsland’. Initiator van dit project, Heleen Rijf, heeft alle informatie samengesteld na vijf jaar grootschalig onderzoek. Haar vader, Iemke Kooijman, was een van de Terschellinger dwangarbeiders, al sprak hij nooit over die tijd.
Gedenkplaat
Op een stralend mooie dag, met de zon hoog aan de hemel, verzamelden alle genodigden en geïnteresseerden zich bij de expositiebunker. Een gedenkplaat met daarop de 36 namen van de gedeporteerde Terschellingers – ontworpen door Jetze de Beer en Frans Schot en geschonken door Cultuur Historische Vereniging Schylge myn Lântse – werd onthuld door de bijna 100-jarige Piet Kaspers. Met trots trok hij de Terschellinger vlag van de gedenkplaat af en zette hiermee alle namen letterlijk in het (zon)licht. Ook zijn eigen naam, als de laatste nog in leven zijnde Terschellinger dwangarbeider, prijkt op de gedenkplaat. In kleine groepjes werd de expositie bewonderd waarna in het bezoekerscentrum nog werd nagepraat onder het genot van een hapje en een drankje.
Speurtocht
“Het niets weten over de tijd van mijn vader in Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft mij altijd dwars gezeten en is uiteindelijk de aanleiding van mijn speurtocht”, speechte Heleen Rijf. “Er was heel weinig bekend over de Terschellinger dwangarbeiders. Teunis Schol, die helaas niet meer onder ons is, waarschuwde mij hier toentertijd al voor. Teunis noemde het ‘een vergeten groep’. En dat is het ook. Het verhaal moest nog geschreven worden.”
Gegrepen
Enige informatie valt te lezen in het boek van Atte Hibma, ‘Strijd om vrijheid’. Hierin is beschreven hoe Hibma overleg voerde met de Duitsers om de uitzending van boeren en boerenzonen te voorkomen. Maar het oude oorlogspaspoort van haar vader leidde Heleen naar Walsrode/Bomlitz waar ze in contact kwam de stadsarchivaris. “Hij vertelde mij onder andere over de beruchte strafkampen en over de Ebia munitiefabrieken in Bomlitz en Liebenau. Ik werd enorm gegrepen door twee werkkaarten van Terschellinger dwangarbeiders die ik van hem kreeg. Dat was de start van het project.”
Informatiebronnen
Daarna zocht ze contact met Martin Guse, directeur van de Dokumentationsstelle Pulverfabrik in Liebenau. “Van hem kregen we heel veel informatie en een indrukwekkende rondleiding door het voormalige fabrieksterrein. Gelukkig kon ook Piet Kaspers mij nog veel vertellen over tijd in Liebenau en had ik contact met de kinderen van de Terschellinger dwangarbeiders. Hierdoor kon ik een dossier van iedere arbeider maken. Een lijst van 36 namen waarvan er 34 bij de munitiefabrieken hebben gewerkt, één in Jena bij Zeiss en één in Berlijn.” Het contact met de nazaten mondde zelfs uit in twee gezamenlijke reizen: een naar Liebenau en een naar Walsrode/Bomlitz. Een bijzonder samenzijn waar ook het idee voor de gedenkplaat ontstond.
Dagboekverhalen
“Vervolgens belandde ik in Lelystad bij Ingrid Wortel. Zij was in het bezit van dagboeken van haar schoonvader, de Terschellinger Gerrit Wortel, waarin hij zijn tijd in Duitsland bijhield. Informatie van onschatbare waarde, want zijn dagboekverhalen vormen nu de basis van deze expositie.” Het Bunkermuseum reageerde enthousiast op de vraag van Heleen om aandacht te besteden aan de Terschellinger dwangarbeiders. Vrijwilligers van de stichting Bunkerbehoud Terschelling maakten de bunker G35 gereed voor gebruik. Heleen: “Toen heb ik me wel even achter de oren gekrabd, want ik had aan misschien één vitrine gedacht.”
Archiefonderzoek
Om het verhaal compleet te maken, deed Heleen samen met haar man Cees een paar dagen onderzoek in het Arolsen-Naziarchief en het Tracing Center in Bad Arolsen (Midden Duitsland) waar de cirkel rond werd. “Daar zijn dertig miljoen originele documenten opgeslagen van nazislachtoffers, waartussen ik van bijna alle Terschellinger dwangarbeiders informatie vond die hun aanwezigheid in Duitsland bevestigde.”
Twee delen
Deze nieuwe expositie, mede mogelijk gemaakt door subsidie van het Iepen Mienskipsfûns en van de Gemeente Terschelling, bestaat uit twee delen. Een inleiding is gemaakt door Lieuwe Kaspers met uitleg over de Arbeitseinsatz en de Duitse propaganda voor en aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Daarna volgt het verhaal over de Terschellinger dwangarbeiders, samengesteld door Heleen. Frans Schot heeft geholpen bij het samenstellen van de expositie en Terschelling TV heeft van dit project een film gemaakt. Deze is ook te zien in een van de ruimtes van de expositiebunker.
Benieuwd naar de expositie? Het Bunkermuseum is geopend van dinsdag t/m zondag, kijk voor openingstijden op de website: www.bunkersterschelling.nl
Foto’s copyright Weekblad de Terschellinger.